5 mei 2019, Thema: Opstanding als geschonken vrijheid tegenover alles wat knecht; ds. A. Verburg
Lucas 24,35 – 48 en Jeremia 32,36 – 41 GWK, 5 mei 2019
Tekst: Lucas 24,46-47
Thema: Opstanding als geschonken vrijheid tegenover alles wat knecht
Gemeente van onze Heer, Jezus Christus,
1.
Het is nog een heel karwei om duidelijk te maken wat de betekenis van Pasen is.
Vorige week hebben we het verhaal over die twee mensen onderweg van Jeruzalem naar Emmaüs gelezen (Lucas 24,13-35).
Gedesillusioneerd en teleurgesteld in Jezus waren zij onderweg naar huis toen Jezus zelf bij hen was komen lopen.
Hij had hen aan de hand van de Bijbel, de boeken van Mozes en van de profeten, uitgelegd dat zijn lijden en sterven betekenis kregen door zijn opstanding.
Dat de boeken van Mozes en van de profeten lieten zien dat God in Jezus nog één keer – en wat God betrof definitief – gedaan had wat God de hele geschiedenis door al had gedaan: ruimte maken voor een goed en veilig leven en mensen oproepen om dat goede leven te bewaken en bewaren.
Uiteindelijk hadden die twee inwoners van Emmaüs in de gaten gekregen dat het Jezus zelf was die met hen mee gelopen was.
Dat was op het moment dat hij het brood gepakt had en voor hen had gebroken. Toen waren hen de schellen van de ogen gevallen.
Ze gingen het pas zien toen ze het doorhadden.
2.
In het Bijbelgedeelte dat we vanmorgen hebben gelezen, zijn die twee Emmaüsgangers terug in Jeruzalem en praten opgewonden mee over hun ervaringen met de opgestane Heer.
Net als Petrus en de andere discipelen die er ook nog maar niet over uitgepraat raken.
Maar als Jezus zelf in hun midden komt staan is de verbijstering en de schrik toch ook weer groot en het begrip van wat er aan de hand is weer heel ver weg.
De discipelen denken dat ze een geestverschijning, een spook zien.
Daar waren ze blijkbaar nogal gevoelig voor; ze hadden ook al eens zoiets gedacht toen Jezus in de nacht over het water naar hen toegekomen was.
Jezus stelt hen eerst gerust, laat hen zijn handen en zijn voeten zien en eet nog een geroosterd visje en legt dan nog eens Mozes en de profeten uit.
De boodschap van de Bijbel één keer uitleggen is blijkbaar niet genoeg, zelfs niet als Jezus zelf het doet.
(Dat troost mij als dominee dan weer…)
3.
Het is wel mooi zoals Lucas het beschrijft.
Die tweede keer is niet alleen maar een herhaling van zetten; er komt ook weer iets bij.
De Emmaüsgangers hadden Jezus niet herkend maar hem toch uitgenodigd om bij hen thuis te komen.
Daar kwam pas de herkenning
Hier komt Jezus zelf, onuitgenodigd binnen en zien de discipelen hem wel direct ook al nemen ze hem nog niet goed waar en vinden ze hem eerst maar spookachtig.
In Emmaüs had Jezus het brood gebroken.
Dat hadden de Emmaüsgangers herkend.
Nu eet hij ook vis.
Het menu, en het verhaal, is nu compleet; ze wisten het weer: dit was Jezus ten voeten uit; brood breken en uitdelen en vis erbij.
Dat deed hij ooit voor 5000 of meer mensen die zonder eten zaten.
En dan legt Jezus aan zijn discipelen en de Emmaüsgangers niet alleen de boeken van Mozes en de profeten uit, maar nu komen ook de Psalmen erbij.
Daarmee is Tenach, de hele Joodse Bijbel compleet.
4.
Maar nu; wat betekent het allemaal?
Wat wil Lucas over de betekenis Pasen vertellen?
Eerst dat de opstanding niet alleen maar een idee is, een hallucinatie van een paar mensen die teleurgesteld of in de war zijn.
Als Jezus brood en vis eet dan betekent dat dat opstanding concreet is, werkelijkheid.
Pasen is niet alleen maar ‘een verhaal blijven doen’ maar moet ook realiteit worden.
Mensen leven niet alleen maar met een visioen, een fantasie, maar het moet ook tastbaar worden.
Net zo tastbaar als wat het volk Israël heeft meegemaakt in de geschiedenis.
Het geloof heeft effect op het leven; roept op en zet aan tot een goed leven.
5.
Dat goede leven is het onderwerp van de boeken van Mozes en van de profeten.
En in die boeken draait het weer om de kernbegrippen ‘bevrijding’ en ‘bekering’.
Die zijn essentieel voor een goed leven.
Vorige week hebben we gelezen over Mozes die geboren werd in een wereld van bedreigd leven.
Hij mag eigenlijk helemaal niet leven van de Farao.
Het kind komt in een mandje, een arkje, in het water van de Nijl terecht.
Daarmee is hij eigenlijk aan het water overgeleverd, de dood loert op zijn leven.
Het dreigt net zo donker te worden als voordat God het licht had geroepen en aan de schepping begon.
Maar met de schepping maakte God scheiding tussen het water en het droge, kwam er uit de dreigende chaos van de oersoep een plek, een planeet waarop leven mogelijk was en veilig moest zijn.
De baby Mozes wordt gered door vrouwen die in het verzet gingen.
De moeder van Mozes en de dochter van de Farao verzetten zich tegen de Farao met zijn antisemitisme, zijn beleid van een ‘Endlösung’, met zijn ‘dood aan alle joodse jongens’ en zijn beleid dat alle nog levende Joden in een concentratiekamp moesten om steden te bouwen voor de Farao en zijn dominante volk.
De vrouwen verzetten zich tegen een beleid dat het leven van de Joden bedreigde…
Mozes wordt uit die onzalige oersoep van haat en fascisme, antisemitisme en onderdrukking, van mensonwaardig en mensonterend geweld gered.
En hij op zijn beurt moet later heel het volk daarvan bevrijden.
En dat volk dan door de woestijn naar een land van goed leven brengen.
Dat was nog een enorme klus, want wat kunnen mensen vastzitten aan het kwaad of wat zitten die wortels van het kwaad diep en ook al roepen mensen telkens weer, heel geschiedenis door; ‘dat nooit weer!’, het duikt toch altijd weer op.
Ook bij wie er zelf slachtoffer van zijn geweest
In het Europa van 2 019 is het blijkbaar (zie het artikel van Gert-Jan Segers in de Telegraaf van gisteren) nodig dat er bij de verkiezingen voor het Europese parlement in de maand mei, opgeroepen wordt om de strijd tegen het antisemitisme tot inzet van die Europese verkiezingen te maken.
Pasen moet concreet worden.
In bevrijding, zoals bij Mozes.
Je gaat het zien als je doorhebt dat het leven van Jezus de bevestiging is van de inzet van Mozes; uit het water getrokken, bevrijd, om zijn volk te bevrijden van bedreigd leven en het te brengen naar een land waar het leven goed zal zijn.
6.
Maar dan komen de profeten nog…
Die zijn nodig omdat het leven in het land van de belofte niet zomaar een goed leven is of blijft.
Profeten moet de koningen van Israël voorhouden dat ze de God van de bevrijding hebben ingeruild voor goden die het leven bedreigen, dat ze het gebod van rechtvaardigheid vergeten hebben en ideeën hebben toegelaten en nagejaagd die het goede leven naar de rand van de afgrond brengen.
Jeremia was zo’n profeet die het in zijn samenleving, onder koningen van zijn dagen, fout zag gaan.
Eigenbelang van een elitaire bovenlaag die de sociale gerechtigheid aan de laars lapte.
Internationale coalities waar Jeremia geen vertrouwen in had, religieuze ontwikkelingen die tot allerlei spanningen en ontsporingen leidden.
Jeremia leefde in een tijd van grote onrust, internationale ontwikkelingen waardoor zijn land en volk uiteindelijk onder de voet gelopen zouden worden en het hele ideaal van bevrijding, het verhaal van Mozes en het volk, op een fiasco dreigden uit te lopen.
De bevrijding zou doodlopen in de Ballingschap.
Bevrijding moet je onderhouden.
Vrijheid moet je bewaken en bewaren en zorgvuldig doorgeven.
Anders raak je zomaar in een samenleving verzeild waarin mensen elkaar niet meer verstaan, zelfs niet meer willen of kunnen horen.
Waarin schelden en haat zaaien eerst komen, en dan komt het niet meer van overleg en samen dromen.
Wat scheiding maakt tussen mensen, kloven die kansen voor veel mensen kleiner of onbereikbaar maken, onverschilligheid die de aarde uitput en de komende generaties met grote problemen opzadelt, eigen rechter spelen en geen respect voor rechtsstaat en rechtsspraak meer hebben, elkaar niet meer zien laat staan opzoeken en steunen waar nodig en mogelijk…; alles wat scheiding maakt tussen mensen kan de samenleving onder grote druk zetten.
Profeten zien door de dingen heen en zeggen waar verandering nodig is.
Waar het nodig is roepen zij op tot omkering in de richting van het bewaken en bewaren van de vrede en de vrijheid.
7.
Jeremia is zo’n gedreven profeet.
Die overigens niet alleen maar dreigt en doemscenario’s schildert.
Een profeet roept mensen terug naar de bron, terug naar God.
En laat zien wat ook met Pasen het grote thema is: je hoeft niet vast te lopen!
We hoeven niet verloren te lopen in de dood.
Gevangen te blijven achter onverplaatsbare stenen.
De steen was weggerold, de Heer leeft.
Nog één keer – en wat God betreft definitief – heeft God laten zien dat het leven van liefde en verzoening, van gerechtigheid en aandacht voor iedereen, dat dát het leven is dat God bedoelt en schenken wil.
In Mozes en de profeten staat wat Jezus betreft geschreven, dat in de naam van de Messias alle volkeren zullen worden opgeroepen om tot inkeer te komen, opdat hun zonden worden vergeven.
Dat vergeven is heel groot en ingewikkeld onderwerp.
Maar het hoort onlosmakelijk bij bevrijding.
Bij de herdenking van de gevallenen, in de Tweede Wereldoorlog en alle anderen die gevallen zijn en nu nog steeds vallen, kun je in de vragen over vergeving nogal vastlopen.
Hoe kan er in gevallen van absoluut en geregisseerd kwaad ooit van vergeving sprake zijn?
8.
Het zou wel eens kunnen zijn dat Jezus bij het voor de tweede keer uitleggen van de betekenis van de opstanding aan zijn discipelen heel bewust niet alleen Mozes en de profeten noemde als uitleg van de betekenis van Pasen.
Aan de Emmaüsgangers legde hij alles uit aan de hand van alleen Mozes en de profeten.
Nu noemt hij ook de psalmen.
Psalmen zijn de meer individuele getuigenissen van geloof en verwerking van ervaringen in het licht van het geloof.
Persoonlijke getuigenissen van leven in de benauwdheid en dan verlossing of bekering of vergeving ervaren.
Opnieuw kunnen leven naar moeilijke tijden.
Collectief tot bekering komen of het vergeven van collectief bedreven kwaad waarover Jezus spreekt in Lucas 24, dat zijn wel heel grote dingen.
Maar hoe belangrijk en indrukwekkend zijn persoonlijke getuigenissen?
Niet alleen maar om te horen over de heftigheid van het kwaad dat mensen hebben meegemaakt, maar ook de verhalen te horen van hoe mensen, ondanks het kwaad dat hen heeft aangegrijnsd en heeft beschadigd, toch weer konden leven.
In 2017 verscheen de Nederlandse vertaling van het boek met het levensverhaal van Edith Eva Eger, een in Hongarije geboren Joodse vrouw.
Zij was balletdanseres en kreeg als negenjarig meisje de opdracht om te dansen in Auschwitz voor de kamparts, maar zeg ook gerust maar: de kampbeul, Mengele.
Ze moest voor hem dansen op de dag dat hij haar ouders naar de gaskamer had gestuurd.
Ze heeft gedanst voor Mengele.
Hoe ze dat kon en hoe ze dat later verwerkt heeft, heeft ze beschreven in haar indrukwekkende boek ‘De keuze – leven in vrijheid’.
Gisteravond is in Carré in Amsterdam een balletvoorstelling geweest die gebaseerd was op haar levensverhaal.
‘De dans ontsprongen’, heette die voorstelling.
In Trouw van gisteren staat een interview met haar over hoe zij de tien geboden beleeft.
Ze zegt daarin:
…en ja, God was er ook toen mijn vader en moeder werden vergast. Geloof me, ik heb mijn vuist naar de hemel gebald, maar één ding is zeker: God heeft mijn ouders niet vermoord. Mensen hebben dat gedaan. En God zorgde ervoor dat mijn woede omsloeg in medelijden. Niemand werd geboren om te haten. Ik koos voor liefde, in plaats van haat. Het is de liefde die me heeft gered. Het is de liefde die me in leven houdt.”
En iets verderop:
‘Daardoor zou ik me uiteindelijk vrijer voelen dan de bewakers die me gevangen hielden.’
Indrukwekkend.
Op Bevrijdingsdag 2019, bij verkiezingen voor het Europese Parlement, bij de reclamecampagne Doe’es lief, op je werk en thuis, in de zorg en in het onderwijs, in de wetenschap en in de economie, in de omgang met jezelf en met je liefsten…
Moge het zo zijn dat Pasen telkens opnieuw uitgelegd wordt en concreet betekenis krijgt.
Als bevrijding om vrij te worden tegenover alles wat ons knecht.
Als vergeving die het mogelijk maakt om ons te bekeren tot het goede leven.
Om te leven in en voor vrijheid.
Vanuit de opstanding als geschonken vrijheid.
Die ons vrij maakt tegenover alles wat knecht
Amen.