31 januari 2021 ds. Ph. Van Wijk, n.a.v. Marcus 1: 21-28 ‘over het virus van onbehagen, onrust en geweld’
De heilige Schrift
Inleiding op het thema
n.a.v. Marcus 1: 21-28 ‘over het virus van onbehagen, onrust en geweld’
Openingswoorden (Liedboek 328)
L: Gij wacht op ons totdat wij opengaan voor U.
G: WIJ WACHTEN OP UW WOORD DAT ONS ONTVANKELIJK MAAKT.
L: Stem ons af op uw stem
G: STEM ONS AF OP UW STEM, OP UW STILTE.
Lezing Marcus 1: 21-28
L: Zo spreekt de Eeuwige
G: Wij danken God!
Lied Lied 837
Volgen wij, Heiland, niet uw spoor:
laten wij anderen bloeden,
geven wij pijn en angsten door –
neem ons dan onder uw hoede.
Spreek uw genezend woord vol macht,
dan krijgt ons leven nieuwe kracht.
Spreek, dan keert alles ten goede.
Lieve gemeente,
De rellen en het geweld afgelopen week na het ingaan van de avondklok verbijsterden ons.
Wat brengt mensen er toe om op plekken waar de gemeenschap gediend wordt zulke schandelijke vernielingen aan te brengen? De teststraat op Urk en Hilversum, het station in Eindhoven, het ziekenhuis in Enschede, en ook de ziekenhuizen in Den Bosch en het Ikazia in Rotterdam voelden al hete adem..
Wat brengt ook volwassen mensen er toe om straatklinkers uit de straat te wrikken om er de politie mee te bekogelen?
Welke geest is er dan in je gevaren?
En konden we van de gewelddadige bestorming van het Capitool nog zeggen dat men was opgezet door een president met een narcistische persoonlijkheidsstoornis, die dekmantel hebben we nu niet.
De verbijsterende vragen, waarin heel, heel veel onbegrip doorklonk hoorde ik veel om me heen.
Ik wil er vanuit de evangeliepericoop die we met het rooster vanmorgen te lezen kregen, wat over zeggen.
Wij hebben snel de neiging om aan een primitief mensbeeld te denken als we horen over een onreine geest of een demon die in iemand is gevaren of waardoor iemand is bezeten.
Wij zouden de mens die we in de synagoge van Kafarnaüm horen schreeuwen tegen Jezus verwijzen naar een psychiater. Ons mensbeeld is instrumentalistisch. We zien veel psychische stoornissen als hersenstoornissen. Iets in de chemische processen in onze hersens hapert en met een pil is er al veel aan te doen.
Maar dat betekent dat we met een verhaal als dat van vanmorgen eigenlijk weinig kunnen.
Ik ben in mijn leven onder de indruk geraakt van het gedachtegoed van de Frans-Amerikaanse denker Rene Girard, die in 2015 overleed op 95 jarige leeftijd. Hij toont aan wat ik ook in mijn werk als trainer op het gebied van etnische conflicten in Afrika zo vaak heb gehoord en gezien: dat individuele mensen en groepen in de ban raken van het geweld dat in een gemeenschap leeft. Dat geweld en conflict zelf een soort mentaal virus zijn. En dat de koorts van dat virus kan oplopen tot zeer gewelddadige proporties.
Een virus met een R-getal dat ver boven de 1 uitgaat. Boosheid, rivaliteit, gevoelens die aan de wortel van gewelddadigheid liggen, vermenigvuldigen zich en barsten uit de voegen. En sommige mensen en groepen absorberen als het ware al de boze en gewelddadige gevoelens van de groep. Dat is een boze geest die in hen vaart, maar die eigenlijk de overdracht is van wat er intern en onderhuids aan onbehagen, ongenoegen, onrust in de boezem van de gemeenschap leeft. Maar dat is dus niets bovennatuurlijks, als een soort boze geesten van het kwaad die boven ons zweven, en dan in ons varen.
Dat die mens in de synagoge van Kafarnaüm zo’n soort drager is van de boosheid van de gemeenschap, en dat zijn gestoorde reactie op het gezaghebbend spreken van Jezus zo te duiden kan zijn, dat zie je aan de taal die hij uitslaat. Dat is taal van het meervoud van de groep. Wij, ons. “Wat is er tussen ONS en jou, Jezus van Nazareth” – Wat hebben WIJ met jou te maken.. Deze man heeft het onbehagen van de groep tot in zijn ziel gevoeld en geabsorbeerd. Het houdt hem gebonden aan de groep, en hij is de uitdrukking van de groep.
En het is de taal van het geweld. “Ben je gekomen om ons te vernietigen”. De enorme psychische spanning van deze man, die je in zijn krijsen hoort, is eigenlijk het geweld van het onbehagen dat rondwaart in de gemeenschap.
Laten we ons niet al te veel verbazen, gemeente, over gewelddadigheid die middels bepaalde groepen tot uitbarsting komt. Er zijn heel wat sociologische verklaringen te geven over wat er gebeurde deze week. Er zijn heel wat sociologische antwoorden te geven op de vraag wat voor soort mensen die relschoppers zijn en waarom ze zich zo gedragen. Maar zolang we het buiten onszelf plaatsen en denken dat het gestoorde idioten zijn of criminelen, hebben we te weinig in de gaten dat het groepen en mensen zijn die wel eens veel van heel breed levend onbehagen in de samenleving in hun ziel gevoeld hebben en dat in primitieve gewelddadigheid hebben vertaald. Ze hebben zich door de het virus van dat onbehagen laten aansteken, en sociale media en sociale contacten in subgroepen hebben als een enorme katalysator van deze besmettingsbron gewerkt. De duivel die we aan het werk zagen is die van de optelsom en de vermenigvuldiging van onze eigen boze, gefrustreerde of juist lege geest, die zeker in crisistijd onder de oppervlakte borrelt.
De geest van die man in de synagoge is er ook een van uitdrijving, en angst om uitgedreven te worden. Hij scheldt Jezus uit voor de heilige van God. Dat lijkt een soort van waarzeggerij die Jezus inderdaad de status geven die Hem toekomt. Maar de heilige van God: dat is de uitdrukking die gebezigd wordt voor het priesterambt. Eén van de belangrijkste taken van de priesters was het om iedereen die onrein was, buiten te sluiten. Pas op, blijf weg. Buiten de gemeenschap, jij. Je hoort er niet bij want je bent onzuiver. Een onreine geest… En daarom is deze man zo oorlogszuchtig tegen Jezus. Hij denkt dat Jezus priester is die hem uit de gemeenschap zal bannen. Hij is als de relschoppers tegen de gezagsdragers, macht tegen macht. Kat en muis. Boos op de regering en de politie. Want die willen ons onze vrijheid benemen. Die verzinnen een verhaal over een virus, om ons onder de duim te houden. Die willen ons onderdrukken. Het is rivaliserend machtsgevoel, en het gekrijs van deze bezetene lijkt in niet weinig op de meute die naar ziekenhuizen optrekt en die een coronateststraat vernietigt.
En de vraag is dan ook welke taal we gebruiken, welke geest we aanvoeren als we als we met deze uitbarsting van boze geest geconfronteerd worden.
Jezus spreekt in dit gedeelte met gezag. Met groot gezag zelfs, en de mensen reageren versteld. Groot gezag. Exousia. Volmacht vertaalt Pieter Oussoren.
En als Jezus die onreine geest laat zwijgen en uit die mens uit laat komen, dan krijgen de mensen onderling bijna ruzie over hoe dat nou mogelijk is. Een nieuw onderricht, een nieuwe volmacht.
Als Jezus spreekt gebeurt er iets. Zelfs met een boze geest.
Als ik de burgemeester van Eindhoven bezwerende woorden van afschuw hoor spreken dan hoor ik de taal van het geweld in zijn woorden. Schuim der aarde, dat zijn ze, die relschoppers. Eencelligen. Geen mensen, Ze horen in onze samenleving niet thuis… Machtstaal.
En ook kabinet en kamer gaan unaniem over op machtstaal. Hard optreden tegen dat stelletje criminelen. En misschien waren we het allemaal wel hartgrondig met hen eens. Maar voel eens dieper aan je gevoel wat er dan van binnen gebeurt… Iets wraakzuchtigs komt op in ons.
Maar dat is de geest van geweld tegen de geest van geweld…
En misschien is er op sommige momenten geen ander middel binnen de wereld waarin we leven.
Maar misschien daarom was er iets dat voor de mensen in Galilea als totaal nieuw werd ervaren. Die woorden en die daden van Jezus. Daar zit een toon in, een kracht in, een volmacht in, die zo anders is dan ze gewend zijn van hun leiders.
De woorden van Jezus brengen een nieuwe geest. Een heilige Geest.
Dat moet die ene mens getriggerd hebben, waardoor hij is gaan krijsen en schelden met geweldstaal.
Maar tegelijk is die nieuwe taal van geweldloosheid en liefde waarin Jezus voortdurend heeft gesproken, dat nieuwe krachtenveld van een Koninkrijk waaruit het geweld is verdwenen, voor hem genezend geworden.
Hier staat hij tegenover een mens die hem eerst wel boosaardig maakt, maar die eigenlijk geen frustratie maar liefde uitzendt. Hier is een kring van zachtheid waarin zijn boze geest geen ruimte meer heeft, en waarin die al tegenstribbelend en stuiptrekkend wegvloeit.
En met deze genezing wil Jezus de hele gemeenschap genezen.. Heel de structuur van denken en voelen vernieuwen.
Het zijn deze woorden en het is dit gezag van liefde die tenslotte in het evangelie het laatste woord hebben. Als de meute zich verzet hebben tegen Jezus, als ze zich hebben laten besmetten met de jaloezie en het rivaliteitsgeweld waarin ze ook als bezetenen krijsen: ‘Weg met hem’ en Hij schandelijk gedood wordt, dan staat Hij uit de dood op, niet om hen te vernietigen met wraak, maar hen in de vrede van de geweldloosheid te trekken met zijn zegenende woorden: Vrede zij u..
En zo is het vergevende en geweldloze slachtoffer van ons geweld nog altijd in ons midden, om ons, onze gemeenschap, onze samenleving te genezen van een onreine geest, van het kwaad van geweld. Om ons te delen van zijn heilige Geest en het virus van het geweld in ons met het liefdevolle gezag van zijn volmacht te verdrijven.
Eer aan de Vader, eer aan de Zoon, eer aan de heilige Geest, Amen.