Dagwacht; met God op de drempel van de dag, 12 april 2022

08.25 uur Groene Kerk open
08.30 uur Muziek: lied 177
08.35 uur Welkom door de voorganger van de dag

Lied 177

Vers 1:

Daar komt de man uit Anatoth,
hij deelt de woorden uit van God:
Hoor het woord des Heren,
wij moeten ons bekeren.
Maar niemand luistert naar zijn stem,
in heel Jeruzalem.

Vers 2:
Het volk is doof, het volk is blind,
het slaat de woorden in de wind:
hoor het woord des Heren:
wij moeten ons bekeren!
Voor vreemde goden knielt het neer;
vergeten is de Heer.

Vers 3:
Waarom, o volk van Israël,
waarom is God niet meer in tel?
Hoor het woord des Heren:
wij moeten ons bekeren!
Hij die ons riep in de woestijn,
wil onze Vader zijn!

Vers 4:
De kruik breekt stuk, de kruik breekt stuk,
de scherven brengen geen geluk:
hoor het woord des Heren:
wij moeten ons bekeren!
Jeruzalem zal ondergaan.
Er is geen redden aan.

Vers 5:
Daar komt de man uit Anatoth,
hij deelt de woorden uit van God:
hoor het woord des Heren:
wij moeten ons bekeren.
Maar niemand luistert naar zijn stem,
in heel Jeruzalem.

Openingsgebed

Schiftlezing: Jeremia 27: 1 – 7 en 12 – 22

Inleiding

We lezen vandaag uit het boek met de profetieën van Jeremia.
Hij komt uit een priesterfamilie in Anatoth, een plaats in het zuiden van het koninkrijk Juda met de hoofdstad Jeruzalem.
Jeremia is 40 jaar profeet geweest onder vier koningen van Juda, totdat het koninkrijk Juda werd bezet door Nebukadnezar, de koning van Babel.
Jeremia heeft zich heel direct uitgesproken ook over politieke zaken maar werd altijd als lastig ervaren en zat zelfs een tijd in de gevangenis.
Jeremia gebruikte regelmatig symbolen om zijn boodschap kracht bij te zetten.
We lezen vandaag over een juk.
Mijn vader gebruikte vroeger een juk.
Dat legde je op je schouders.
Aan de touwen of kettingen van het juk hingen de emmers met bv. varkensvoer die naar een andere schuur werden gebracht.

Jeremia 27
1In het begin van de regering van koning Jojakim van Juda, de zoon van Josia, richtte de HEER zich tot Jeremia. 2Dit zei de HEER tegen mij: ‘Maak jukken met riemen en leg die op je nek. 3Stuur de koningen van Edom, Moab, Ammon, Tyrus en Sidon ieder een juk. Je moet ze meegeven aan hun gezanten, die bij koning Sedekia in Jeruzalem zijn. 4Laat ze hun vorst de volgende boodschap overbrengen: Dit zegt de HEER van de hemelse machten, de God van Israël – dit moet u dus tegen uw vorst zeggen: 5Ik heb met mijn grote kracht en met mijn machtige arm de aarde gemaakt en de mensen en dieren die er leven. Ik geef de aarde aan wie Ik wil. 6Ik heb jullie landen nu allemaal in handen gegeven van mijn dienaar, koning Nebukadnessar van Babylonië; zelfs de wilde dieren heb Ik aan hem onderworpen. 7Alle volken zullen aan hem, zijn zoon en zijn kleinzoon onderworpen zijn, totdat ook voor zijn eigen land de tijd komt dat vele volken en machtige koningen het zullen onderwerpen. 

12Ik sprak dezelfde woorden tot koning Sedekia van Juda: ‘Laat u het juk van de koning van Babylonië opleggen, onderwerp u aan hem en zijn volk, dan zult u in leven blijven. 13Waarom zouden u en uw volk sterven door het zwaard, de honger en de pest? Want daarmee heeft de HEER ieder volk gedreigd dat zich niet aan de koning van Babylonië wil onderwerpen. 14Luister niet naar de profeten die u oproepen u niet aan hem te onderwerpen. Ze profeteren leugens. 15Hoewel Ik hen niet gezonden heb – spreekt de HEER – profeteren ze in mijn naam, en nog leugens ook. Daarmee bereiken ze slechts dat Ik jullie verdrijf en dat jullie samen met die profeten zullen omkomen.’
16Ook sprak ik tot de priesters en het volk van Juda: ‘Dit zegt de HEER: Luister niet naar jullie profeten, die zeggen dat de kostbaarheden uit de tempel van de HEER spoedig uit Babel worden teruggebracht. Ze profeteren leugens. 17Luister niet naar hen. Onderwerp je aan de koning van Babylonië, als jullie in leven willen blijven. Waarom zou deze stad in puin moeten vallen? 18Als ze echte profeten zijn en de woorden van de HEER spreken, laten ze dan de HEER van de hemelse machten ertoe bewegen dat Hij de kostbaarheden die nog in de tempel van de HEER, in het paleis van de koning en in Jeruzalem zijn overgebleven, niet in Babel laat terechtkomen. 19Want dit zegt de HEER van de hemelse machten over de tempelzuilen, de Zee, de verrijdbare onderstellen en de rest van het tempelgerei dat nog in deze stad is, 20over alles wat koning Nebukadnessar van Babylonië nog niet heeft meegenomen toen hij koning Jechonja, de zoon van Jojakim, en alle vooraanstaande burgers van Juda en Jeruzalem naar Babel voerde: Alles zal naar Babel worden gevoerd. 21Ja, dit zegt de HEER van de hemelse machten, de God van Israël, over de kostbaarheden die in de tempel van de HEER, in het paleis van de koning en in Jeruzalem achtergebleven zijn: 22Alles zal naar Babel worden gevoerd, en daar zal het blijven tot de dag dat Ik er zelf voor zorg dat het naar Jeruzalem wordt teruggebracht – spreekt de HEER.’

Gedachten bij de tekst
Jeremia heeft een lastige boodschap.
De valse profeten zeggen dat de ballingschap snel afgelopen zal zijn.
Zij zeggen wat mensen graag horen.
Jeremia is realistischer: de ballingschap gaat lang duren, schik je maar in dit onvermijdelijke lot.
Dat horen we niet graag.

Maar de boodschap van Jeremia is niet zonder hoop.
Nebukadnessar heeft nu de macht over veel landen, inclusief Juda.
Maar er komt een tijd dat zijn koninkrijk weer door anderen onderworpen zal worden.
Dat is de boodschap: de tempelschatten, de rijdommen uit het paleis: alles zal door Babel geroofd worden uit Jeruzalem, maar niet voorgoed.
Er komt een tijd dat God alles weer terug brengt.
Al kan het lang duren voor het zover is.

Geloven en hopen, vooral in politiek onzekere tijden, kan een zaak van lange adem zijn; het vraagt geduld en vertrouwen, ook vandaag.

Stilte (gelegenheid om kaarsjes aan te steken)

Aansteken intentiekaarsen

Gebed, afgesloten met stil gebed en Onze Vader

Onze Vader in de hemel,
laat uw naam geheiligd worden,
laat uw koninkrijk komen,
laat uw wil gedaan worden
op aarde zoals in de hemel.
Geef ons vandaag het brood
dat wij nodig hebben.
Vergeef ons onze schulden,
zoals ook wij vergeven
wie ons iets schuldig is.
En breng ons niet in beproeving,
maar red ons van het kwaad.
Want aan U behoort het koningschap,
de macht en de majesteit
in eeuwigheid.
Amen.

Uitnodiging voor koffie in Willibrords Erf.

Zegenbede
Eeuwige, zegen ons en houdt ons onder uw hoede
Laat het licht van uw ogen over ons schijnen
En wees ons genadig
Blijf ons zien, geef ons vrede
Voor deze dag en al onze dagen.
Amen.

Muziek:
Suggestie: The Lamentations of Jeremiah – I; Thomas Tallis