Dagwacht 19 juli 2022

Dagwacht; met God op de drempel van de dag, 19 juli 2022

08.25 uur Groene Kerk open

08.30 uur Muziek: Lied 313 : 1 , 5

08.35 uur Welkom door de voorganger van de dag

Lied 313 : 1 , 5

1)
Een rijke schat van wijsheid
schonk God ons in zijn woord.
Een rijke schat van wijsheid.
Hebt moed, gij die op reis zijt,
want daarmee kunt gij voort.
Gods woord is ons een licht,
en elk die in vertrouwen
daarnaar zijn leven richt,
die zal erin aanschouwen
des Heren aangezicht.

5)
O Gij die wilt ontmoeten
wie vragen naar uw wil,
zie hoe wij aan uw voeten
zitten en luist’ren stil.
Geef dat tot U, o Heer,
’t woord van uw welbehagen
niet ledig wederkeer’,
maar dat het vrucht mag dragen,
uw grote naam ter eer.

Openingsgebed

Inleiding op de lezing

De Bijbellezing van vandaag gaat over de wijsheid van koning Salomo.

Het lijkt mij een tekst waar maar zelden over gepreekt zal worden want wat is er nou echt Bijbels aan, afgezien van het feit dat het over een Bijbelse figuur gaat?

Het gaat over belastingmaatregelen en over het boodschappenlijstje voor de keuken van het paleis.

Schiftlezing: 1 Koningen 5:1-14

1Salomo had de heerschappij over alle koninkrijken tussen de Eufraat en het land van de Filistijnen, en tot aan de grens met Egypte. Zolang Salomo leefde, waren ze aan hem onderworpen en droegen ze hem schatting af.

2Aan Salomo’s hof werd dagelijks de volgende hoeveelheid voedsel gebruikt: dertig kor tarwebloem en zestig kor meel, 3tien gemeste runderen en twintig gewone runderen, honderd schapen en geiten, en dan nog herten, gazellen, reebokken en gemeste hoenders.

4Salomo heerste over het hele gebied ten westen van de Eufraat, van Tifsach tot aan Gaza, over alle koninkrijken ten westen van de rivier, en hij leefde in vrede met alle omringende landen. 5Zolang Salomo leefde, konden de inwoners van Juda en Israël, van Dan tot Berseba, onbezorgd onder hun wijnrank en hun vijgenboom zitten.

6Voor zijn wagens beschikte Salomo over veertigduizend paarden in zijn stallen en twaalfduizend wagenmenners. 7De stadhouders moesten niet alleen om beurten een maand in het levensonderhoud van koning Salomo en zijn hofhouding voorzien, waarbij ze het hun aan niets mochten laten ontbreken, 8ieder van hen was bovendien verplicht gerst en stro voor de paarden en strijdrossen bijeen te brengen in die plaats waarvoor hij verantwoordelijk was.

9God schonk Salomo zeer veel wijsheid en onderscheidingsvermogen en een veelomvattende kennis van zaken, zo overvloedig als het zand op het strand langs de zee. 10In wijsheid overtrof Salomo alle oosterlingen en alle Egyptenaren. 11Hij was wijzer dan alle andere mensen, wijzer dan de Ezrachiet Etan en wijzer dan Machols zonen Heman, Kalkol en Darda; zijn roem drong door tot alle omringende volken.

12Hij dichtte drieduizend spreuken en duizend vijf liederen, 13over allerlei soorten planten, van de ceder op de Libanon tot de majoraan die uit de muur groeit, en over de lopende dieren, de vogels, de kruipende dieren en de vissen. 14Uit alle omringende landen kwamen mensen om naar Salomo’s wijsheid te luisteren, afgezanten van de koningen die over zijn wijsheid hadden gehoord.

Gedachten bij de tekst

Onze regering en onze koning zouden jaloers kunnen zijn op zo’n gunstige pers als koning Salomo hier krijgt.

Er wordt flink belasting geheven en toch zitten alle inwoners van het land, van noord tot zuid, onbezorgd onder hun wijnrank en hun vijgenboom.

Dat zou Nederland wel willen…

Maar met de nog steeds niet verholpen schade van de gaswinning in Groningen en de nog steeds niet uitgekeerde hulp aan slachtoffers van de overstromingen in Limburg ligt het hier anders.

Om nog maar niet te spreken van de boeren en hun boosheid of over het gebrek aan vertrouwen in onze overheid.

Dat is dan weer Bijbels aan onze Schriftlezing: regeren, macht uitoefenen: dat moet in ieder geval gaan over het welbevinden van alle mensen en met eerbied voor planten en dieren.

Ik heb een beetje last van nog een andere gedachte.

Als een koning zo geloofd en geprezen wordt, dreigt er dan ook niet een gevaar?

Er zijn in de geschiedenis altijd weer figuren geweest die zichzelf als een soort Salomo gingen zien.

Zij wisten hoe de wereld in elkaar zat – volgens hun eigen wijsheid, hun ideologie – en legden die ideologie op aan hun eigen volk en het liefst ook nog aan andere volken.

Ik was onlangs in Auschwitz en Birkenau, om stil te staan bij de gevolgen van een totale ontsporing zo’n regime.

En niet ver daarvandaan woedt nu een oorlog vanwege een president die ook denkt dat hij alle wijsheid in pacht heeft. Gruwelijk.

Echt Bijbels is onze schriftlezing als benadrukt wordt dat de wijsheid van Salomo door God aan hem geschonken is.

Daarom kan er in de Bijbel ook kritiek op hem zijn, als hij meer en meer zijn eigen wijsheid gaat volgen in plaats van te blijven binnen de wijsheid die God hem gaf.

Wie beseft dat wijsheid van God komt, beseft ook dat je voor wijsheid dankbaar moet zijn.

En dat je jezelf ook altijd weer kritisch moet afvragen: is wat ik denk en doe nog in overeenstemming met Gods wijsheid van vrede en gerechtigheid?

En waar wordt mijn wijsheid ‘eigenwijsheid’?

Bijbelse wijsheid is bron van dankbaarheid èn bron van kritiek op onwijsheid en onmenselijkheid.

Stilte (gelegenheid om kaarsjes aan te steken)

Aansteken intentiekaarsen

Gebed, afgesloten met stil gebed en Onze Vader

Onze Vaderin de hemel,
laat uw naam geheiligd worden,
laat uw koninkrijk komen,
laat uw wil gedaan worden
op aarde zoals in de hemel.
Geef ons vandaag het brood
dat wij nodig hebben.
Vergeef ons onze schulden,
zoals ook wij vergeven
wie ons iets schuldig is.
En breng ons niet in beproeving,
maar red ons van het kwaad.
Want aan U behoort het koningschap,
de macht en de majesteit
in eeuwigheid.

Amen.           

Uitnodiging voor koffie in Willibrords Erf.

Zegenbede

Eeuwige, zegen ons en houdt ons onder uw hoede

Laat het licht van uw ogen over ons schijnen

En wees ons genadig

Blijf ons zien, geef ons vrede

Voor deze dag en al onze dagen.

Amen.

Muziek: Een deel uit het Oratorium Solomon van G.F.Händel

1. Overture

Scene 1

Solomon, Zadok, Priests and Chorus.

2. Chorus of Priests

Your harps and cymbals sound
To great Jehovah’s praise;
Unto the Lord of hosts
Your willing voices raise.

3. Air

Levite
Praise ye the Lord for all his mercies past,
Whose truth, whose justice will for ever last.

4. Chorus of Priests

With pious heart, and holy tongue,
Resound your Maker’s name,
Till distant nations catch the song,
And glow with holy flame.

5. Accompagnato

Solomon
Almighty pow’r, who rul’st the earth and skies,
And bade gay order from confusion rise;
Whose gracious hand reliev’d Thy slave distress’d,
With splendour cloath’d me, and with knowledge bless’d;
Thy finish’d temple with Thy presence grace,
And shed Thy heav’nly glories o’er the place.

6. Recitative

Zadok
Imperial Solomon, thy pray’rs are heard.
See, from the op’ning skies
Descending flames involve the sacrifice;
And lo! within the sacred dome
That gleamy light,
Profusely bright,
Declares the Lord of hosts is come.

7. Air

Zadok
Sacred raptures cheer my breast,
Rushing tides of hallow’d zeal,
Joys too fierce to be express’d,
In this swelling heart I feel.
Warm enthusiastic fires
In my panting bosom roll,
Hope of bliss, that ne’er expires,
Dawns upon my ravish’d soul.
Sacred raptures. . . da capo

8. Chorus of Israelites

Throughout the land Jehovah’s praise record,
For full of pow’r and mercy is the Lord.

9. Recitative

Solomon
Bless’d be the Lord, who look’d with gracious eyes
Upon His vassals’ humble sacrifice,
And has with an approving smile
My work o’erpaid, and grac’d the pile.

10. Air

Solomon
What though I trace each herb and flow’r,
That drink the morning dew,
Did I not own Jehovah’s pow’r,
How vain were all I knew.
Say what’s the rest but empty boast,
The pedant’s idle claim,
Who having all the substance lost
Attempts to grasp a name.
What though. . . da capo