Dagwacht 31 januari 2023

08.25 uur Groene Kerk open
08.30 uur Muziek: Lied 37 : 1 , 2 , 3
08.35 uur Welkom

Tekst van het openingslied

Wees niet afgunstig op de goddeloze,
benijd hem niet die u met onrecht kwelt.
Al bloeit hij nu, al groeit hij in het boze,
straks is hij gras dat wegdort op het veld.
Woon in het land met die het goede kozen
en die de Heer tot zijn getrouwen telt.

Verlustig u, mijn ziel, in God den Heere.
Hij maakt het wel voor wie op Hem vertrouwt.
De Heer vervult uw diepste zielsbegeren.
Wentel op Hem al wat uw weg benauwt.
Uw recht zal eenmaal helder triomferen,
zoals het middaglicht zijn intocht houdt.

Wees niet afgunstig op de welgeachte
die zich verheft op ’t kwaad door hem gedaan.
Verteer u niet in toornige gedachten,
maar beid Gods tijd, wees stil, leer het verstaan
dat Hij het land geeft aan wie op Hem wachten
en dat wie kwaad doet kwalijk zal vergaan.

Openingsgebed

Inleiding op de lezing
In veel psalmen horen we hoe iemand persoonlijk het geloof beleeft.
Persoonlijk, maar met een hoog herkenbaarheidsgehalte.
Wie psalmen hoort of leest denkt vaak: dat heb ik ook, dat beleef ik net zo.
In veel psalmen zit ook een omslagpunt.
De dichter worstelt met lastige vragen maar gaat op een gegeven moment door een bocht en kan dan weer verder.

In psalm 37 gaat het over het onbegrip over hoe het gaat in de wereld.
Je hoort de vraag; Ja maar God, hóe dan?
Vers 1 en vers 3 gaan over jaloezie, onbegrip: hoe kan het iemand goed gaan terwijl hij slecht doet?
‘Wees niet afgunstig op de welgeachte
die zich verheft op ’t kwaad door hem gedaan.
Verteer u niet in toornige gedachten…’
Wat een zin… verteer u niet in toornige gedachten…
Je kunt zó boos zijn, je zo ergeren dat je er zelf de mist door ingaat.

Maar ook in psalm 37 zit een omslag:

Schiftlezing: Psalm 37 : 25 – 40 (Nieuwe Bijbelvertaling 2021)

25Ooit was ik jong, nu ben ik oud,
en nooit zag ik dat een rechtvaardige werd verlaten,
nooit zag ik zijn kinderen zoeken naar brood;
26hij is vol mededogen en leent uit, elke dag,
en zijn nageslacht is een bron van zegen.
27Mijd het kwade en doe het goede,
en je zult voor eeuwig wonen in het land,
28want de HEER heeft gerechtigheid lief,
wie Hem trouw zijn, verlaat Hij niet.
Zij blijven voor eeuwig behouden,
maar het nageslacht van zondaars wordt verdelgd.
29De rechtvaardigen zullen het land bezitten
en het bewonen, hun leven lang.
30De mond van de rechtvaardige spreekt wijsheid,
zijn tong spreekt gerechtigheid,
31hij draagt de wet van God in zijn hart
en zijn voeten struikelen niet.
32De zondaar loert op de rechtvaardige
en zoekt een kans om hem te doden,
33maar de HEER laat zijn dienaar niet los:
wordt hij aangeklaagd, vrijspraak zal volgen.
34Vestig je hoop op de HEER
en blijf op de weg die Hij wijst,
Hij zal je aanzien geven en grondbezit,
je zult beleven dat zondaars worden verdelgd.
35Ik heb een zondaar gezien, een uitbuiter,
hij groeide uit als een woekerende laurier;
36op een dag was hij verdwenen,
ik zocht hem en ik vond hem niet.
37Zie de onschuldigen, kijk naar de oprechten:
wie vredelievend zijn hebben de toekomst.
38Maar zondaars worden verdelgd,
er is geen toekomst voor een slecht mens.
39De rechtvaardigen vinden redding bij de HEER,
Hij is hun toevlucht in tijden van nood.
40De HEER heeft hen altijd geholpen en bevrijd,
Hij bevrijdt hen ook nu van de zondaars, Hij redt hen,
want zij schuilen bij Hem.

Gedachten bij de tekst
Zo zou het moeten zijn!
Dat wie de wet van God in zijn hart draagt, niet struikelt.
Dat wie onschuldig is en vredelievend de toekomst hebben.
Dat God altijd helpt en bevrijdt.

Zo zou het moeten zijn, maar zo is het meestal niet.
Waarom schrijft de psalmdichter het dan toch zo op?
Is het een kwestie van leeftijd?
Ooit was ik jong, nu ben ik oud, zegt hij in vers 25…
Als je jong bent protesteer je nog; ja maar God, hóe dan?
Leer je dat jaloers zijn of dat je ergeren af als je ouder wordt?
Leer je op den duur oogkleppen op te zetten en dan alleen te zien wat je wilt zien?

Of kan het zijn dat de psalmdichter zeggen wil: En tòch!
Ook al lijkt het dat wie tegen God ingaan sterker zijn, overal mee wegkomen…
Dan nóg houd ik het op de weg van God, de weg van vrede zoeken en recht doen.
Elke dag heeft genoeg aan zijn eigen kwaad.
Elke dag vraagt zijn eigen portie ‘En tòch!

Stilte

Aansteken intentiekaarsen

Gebed, afgesloten met stil gebed en Onze Vader

Onze Vader in de hemel,
laat uw naam geheiligd worden,
laat uw koninkrijk komen,
laat uw wil gedaan worden
op aarde zoals in de hemel.
Geef ons vandaag het brood
dat wij nodig hebben.
Vergeef ons onze schulden,
zoals ook wij vergeven
wie ons iets schuldig is.
En breng ons niet in beproeving,
maar red ons van het kwaad.
Want aan U behoort het koningschap,
de macht en de majesteit
in eeuwigheid.
Amen.

Mededeling
De teksten die ik in deze Dagwachten uitspreek, komen ook op de website van de PGO. Wie ze graag per e-mail toegestuurd wil krijgen en nog geen e-mailadres heeft achterlaten, kan dat alsnog doen.
Er ligt een lijst bij de deur van de kerk en ook één in de koffiekamer in Willibrords Erf.

Daar is ook koffie voor wie daar zin in heeft.

Zegenbede
Eeuwige, zegen ons en houdt ons in uw hoede
Laat het licht van uw ogen over ons schijnen
En wees ons genadig
Blijf ons zien, geef ons vrede
Voor deze dag en al onze dagen.
Amen.

Muziek: Herr Gott, dich loben alle wir, BWV 130 (deze cantate heeft als thema de strijd tussen goed en kwaad)