Dagwacht, 11 juli 2023
08.25 uur Groene Kerk open;
Gelegenheid om bij binnenkomst een kaarsje aan te steken
08.30 uur Lied: 905 : 1 , 3 , 4
Tekst van het openingslied
1.
Wie zich door God alleen laat leiden,
enkel van Hem zijn heil verwacht,
weet Hem nabij, ook in de tijden
die dreigend zwart zijn als de nacht.
Want wie op God alleen vertrouwt,
heeft nooit op zand zijn huis gebouwd.
3.
Laat dan uw stilte ook uw kracht zijn
en leef uw leven opgewekt.
Laat Gods genade u genoeg zijn,
die voor u uit zijn sporen trekt.
Hij is het zelf die ons voorziet;
wat ons ontbreekt ontgaat hem niet.
4.
Zing maar en bid, en ga Gods wegen,
doe wat uw hand vindt om te doen.
Weet dat de hemel zelf u zegent,
U brengt naar weiden fris en groen.
Wie zich op God alleen verlaat,
weet dat Hij altijd met ons gaat.
Openingsgebed
Inleiding op de lezing
Vandaag lezen we uit Spreuken, dat Bijbelboek met veel nuchtere, ‘wereldse’ wijsheid.
Toen ik daar een lied bij zocht kwam ik op lied 905.
Dat is een nieuwe bewerking door Sytze de Vries van een bekend vroom lied: Wie maar de goede God laat zorgen…
Wat mij trof was het tweede couplet, dat in die nieuwe bewerking nogal nuchter is, niet zo vroom.
Wat is de winst als ik vol zorgen
mijn lot met ach en wee beklaag?
Vind ik er baat bij elke morgen
de dag te zien als nieuwe plaag?
Want ons verdriet en onze nood
worden door klagen maar vergroot.
Toen we zochten naar een gezongen versie van het lied waren vers 1, 3 en 4 wel vinden maar nou net vers 2 niet.
Was dat te nuchter?
‘Want ons verdriet en onze nood
worden door klagen maar vergroot’…
Daarom las ik de tekst voor.
Omdat vroomheid heel goed samengaat met nuchterheid.
Dat leert Spreuken ons ook.
Lees maar mee.
Schiftlezing: Spreuken 27:19-27 (Nieuwe Bijbelvertaling 2021)
19Zoals water het gezicht weerspiegelt,
zo weerspiegelt het hart de mens.
20De afgrond van het dodenrijk raakt nooit verzadigd,
en ook de ogen van een mens krijgen nooit genoeg.
21De smeltkroes toetst het zilver, de oven toetst het goud,
de toets voor een mens is zijn faam.
22Al leg je een dwaas in een vijzel
en stamp je hem tussen de graankorrels fijn,
zijn dwaasheid stamp je er niet uit.
23Weet hoe het met je schapen en geiten gaat,
zorg goed voor je kudde.
24Er is niet altijd overvloed,
en ook een kroon gaat niet altijd over op het volgende geslacht.
25Als het eerste gras gemaaid is en het nieuwe opschiet
en je in de bergen hebt gehooid,
26heb je jonge rammen voor je kleding,
koop je met je bokken een stuk grond,
27en voorzien je geiten je van melk in overvloed,
voor jou, je huis en je slavinnen.
Gedachten bij de tekst
Het lijken allemaal losse spreuken en dat zijn ze waarschijnlijk ook, vooral vers 19 t/m 22.
Maar op den duur las ik toch twee verhaaltjes in deze verzameling spreuken.
Eén: het verhaal over de kudden (vers 23 – 27): zorg goed voor je schapen en geiten…
In de kerk denken we dan al gauw dat het wel over de pastorale zorg zal gaan.
Maar nee, Spreuken heeft het gewoon over het boerenbedrijf:
Er is niet altijd overvloed; ook erfenissen zijn niet altijd een garantie voor een gezonde economie.
Als boerenzoon hoor ik hoe Spreuken dan het verhaal vertelt van voorjaar, zomer, herfst en winter.
In het voorjaar worden de lammetjes geboren.
En als het gras hoog genoeg is, moet er gemaaid en gehooid worden; het is zomer.
Als het herfst wordt worden de jonge rammen en bokken verkocht want voor de volgende generatie heb je aan één bok of één ram genoeg.
Je wintervoorraad voedsel is voor de ooien, die geven de winter door melk.
En dan zijn we direct ook klaar volgens de behoeftepiramide van Maslow:
1. Primaire biologische levensbehoeften, melk/voedsel van de schapen en geiten en kleding van wat de jonge rammen van dat voorjaar hebben opgebracht bij de verkoop.
En 2 de bestaanszekerheid: van de opbrengst van de jonge bokken koop je een stuk grond; dat is je investering in de toekomst.
De piramide van Maslov kent nog meer behoeften, maar hier stopt het eerste verhaaltje uit Spreuken van vandaag, met deze les: zorg dat je verstandig met je vee, geld en goed omgaat zodat je te eten en te drinken hebt en dat er ook nog wat overblijft als reserve.
Een nuchtere basis voor een goed leven en een goede samenleving.
Het tweede verhaaltje (vers 19 – 23) gaat over mensenkennis; zelfkennis dus ook.
In de spiegel van het water kun je jezelf zien.
In de Griekse mythologie werd Narcissus verliefd op zijn eigen gezicht dat hij in het water zag. Hij verdronk.
Spreuken zegt; het hart van de mens is een spiegel voor de (mede-)mens.
Wie jij bent heeft veel te maken met wat je in anderen ziet, wat je van anderen leert. We leren iets van iemand anders als het ons hart raakt.
En wat raakt ons in het hart?
Dat is vaak iets van wat je als authentiek bij de ander ervaart, iets van zijn of haar hart.
Kijken in de spiegel van elkaars hart: daar kun je wijs van worden, meer mens; groeien in de goede richting.
Mensen kunnen ook groeien in de verkeerde richting.
Jammer is dat, en heel verdrietig vaak, maar ook dat is een fact of life.
Spreuken zegt: zoals het dodenrijk nooit verzadigd raakt, zo blijven ook de ogen van een mens kijken.
Altijd maar weer kijken, in de spiegel van het hart van de ander, om te groeien, in alle seizoenen van het leven: in het voorjaar als je jong bent, in de bloei van je leven, de zomer, in de herfst als je los kunt gaan laten wat je niet meer nodig hebt en in de winter, als je aan de basisbehoeften genoeg hebt.
Nuchtere verhaaltjes uit de Bijbel, maar meer dan genoeg wijsheid voor deze dag.
Stilte
Gebeden
• Aansteken intentiekaarsen; stille gebeden
• Gesproken gebed
• Onze Vader
Onze Vader in de hemel,
laat uw naam geheiligd worden,
laat uw koninkrijk komen,
laat uw wil gedaan worden
op aarde zoals in de hemel.
Geef ons vandaag het brood
dat wij nodig hebben.
Vergeef ons onze schulden,
zoals ook wij vergeven
wie ons iets schuldig is.
En breng ons niet in beproeving,
maar red ons van het kwaad.
Want aan U behoort het koningschap,
de macht en de majesteit
in eeuwigheid.
Amen.
Zegenbede
Amen.
Muziek: Dona nobis pacem / Geef ons vrede.